1. Over het inkomen
Setting |
Plenum |
Doel |
Aankomen en plaatsnemen |
Materiaal |
|
Tijdsduur |
20 minuten |
Verdere aanwijzingen |
Tijdens het plaatsnemen leren de deelnemers elkaar al beter kennen. De eerste basisbegrippen worden besproken |
De stoelen worden opzij geschoven, zodat er genoeg bewegingsruimte ontstaat.
In een hoek wordt een stoel geplaatst. Die staat voor “Ja”.
Een andere stoel wordt aan de andere kant van de kamer gezet. Deze staat voor “neen”.
De ene verklaring na de andere wordt voorgelezen. Zij positioneren zich volgens hun persoonlijke beoordeling rond de stoel die volgens hen van toepassing is.
Na elke stelling worden de antwoorden van de deelnemers verzameld.
Mogelijke uitspraken of stellingen:
– Ik weet hoeveel geld / welk inkomen ik elke maand beschikbaar heb.
– Als ik krap bij kas zit, probeer ik mijn inkomen te verhogen in plaats van erop te bezuinigen.
– Om mijn inkomen te verhogen, heb ik al menige alternatieve manieren uitgeprobeerd om
geld te verdienen.
– Ik weet wat over subsidies en mogelijke toelagen
– Ik verdien 3.000 euro bruto. Dat betekent dat ik 3.000 euro betaald krijg. °
– Als ik 3.000 euro bruto krijg, kost het mijn werkgever ook maar 3.000 euro. **
– enz
* Uitleg over 3.000 euro “bruto” en wat ik “netto” betaald krijg.
Er wordt veel ingehouden op mijn bruto salaris van 3.000 euro (sociale zekerheid, belastingen, …). Uiteindelijk krijg ik ongeveer 2.040 euro netto betaald.
**Uitleg over 3.000 euro bruto en werkelijke kosten voor de werkgever
Neen! De werkgever moet extra bijdragen betalen (sociale zekerheid, …). In werkelijkheid kost ik mijn werkgever 3.900 euro. Eenvoudig gezegd moet de werkgever bovenop het brutobedrag nog eens ca. 30% aan heffingen betalen.